Avonturen van Cay wiki
Advertisement

Josephine (481-heden, 47 jaar) is een vrouwelijke inwoner van de stad Trallic, de hoofdstad van het koninkrijk Allaric op Haldar. Ze werkt voor het Broederschap van de Draak, het grootste misdaadsyndicaat van de metropool, en is lid van de eliteorde der Klifdansers. Ze is een vriendelijk persoon die desalniettemin een nogal duister verleden heeft.

Geschiedenis[]

Jeugd in Tissan[]

Josephine werd in 481 5TP geboren in Tissan, een zeer vruchtbaar en dichtbevolkt gebied in het westen van Talwan in de Westlanden. Haar geboorteplaats was een klein dorpje even ten zuiden van de stadstaat Stern, gelegen in de natte moerassen in de rivierdalen van de Londra. In haar jonge jaren was ze erg geliefd in het dorp, waar meerdere jongens ruzieden om haar hand. De jonge vrouw reisde een tijdlang rond door Tissan, en bezocht bloeiende steden als Borcoza en Haag.

Tijd in Novavero[]

In 497 verhuisde de nu 16-jarige Josephine in haar eentje naar Novavero, een prachtige stad aan de Zee van Malan in het noordwesten van Tissan. In Novavero beleefde ze een prachtige tijd. Josephine had een hele reeks geliefdes, minnaars en aanbidders, en deed goed haar best om het meeste uit haar jonge leven te halen. Nog altijd herrinert ze zich de romantische wandelingen en de frisse zomeravonden in Novavero. In Novavero leerde Josephine ook een heel aantal algemene vaardigheden, van zwaardkunsten tot zingen, van een mentor waar ze erg op gesteld was. Ze verzamelde een aardige vriendengroep om zich heen, die bestond uit veel kleurrijke figuren- waaronder edelen, zangers, kunstenaars, danseressen, een detective en zelfs een courtisane. Onder die vrienden was ook Ernesto Primaventura, de zoon van de machtige Innocenzo Silvio Primaventura de Nardis, hertog van Novavero. Ernesto en Josephine werden verliefd op elkaar en bouwden een passievolle romantische relatie op.

Bloedbad in Novavero[]

In het jaar 502 veranderde het leven van Josephine, die toen 21 jaar oud was, volledig. Een gewelddadig conflict bekend als de Jaren van Bloed brak uit, waarbij de vele stadstaten en graafschappen van Tissan lijnrecht tegenover elkaar kwamen te staan toen de spanningen te hoog opliepen. In het eerste jaar bleef Josephine in Novavero, een beslissing waarvan ze later spijt zou gaan krijgen. Op een dag waren Josephine en haar vriendengroep verzameld in een zaal in het hertogelijk paleis van Novavero. Hertog Primaventura had speciaal voor hen een grandioos diner georganiseerd, ter ere van hun vriendschap met Ernesto. In het begin was het etentje feestelijk en werd er veel gezongen, gedanst en gefeest. Wat men echter níet wist, was dat de hertog van een vijandelijke stadstaat genaamd Baum een groep huurlingen de opdracht had gegeven om de gehele hertogelijke familie van Novavero uit te moorden. Dit was ook precies wat gebeurde bij het etentje. Josephine's vrienden werden voor haar ogen op zeer bloedige wijze afgeslacht in de chaos die was uitgebroken nadat een onbekend persoon was binnengelopen, op de hertog was afgestapt en hem recht in de borst had gestoken. Ook Ernesto werd gedood. Josephine zelf werd meerdere keren in de buik gestoken door een man met een zwarte kap en mantel. Ze stortte in en kwam op de koude grond terecht. Het laatste wat ze hoorde, waren de doodsschreeuwen van haar vrienden, die opgesloten zaten in de kamer; het laatste wat ze zag, waren lijken en stervende lichamen om haar heen.

Gewelddadige periode[]

Toen Josephine ontwaakte, was ze bekomen van de schok en kon ze eindelijk zien wat de werkelijke schade was. Iedereen was dood: al haar vrienden, de mensen die ze zo goed had gekend en van wie ze zo veel had gehouden, waren vermoord en lagen levenloos op de grond, inclusief haar geliefde Ernesto en zijn familie. Op dat moment zwoor Josephine dat deze kwaadaardige daad niet ongestraft kon gaan, en beloofde ze zichzelf dat ze alle moordenaars op zou zoeken en één voor één zou laten boeten. Een gewelddadige periode brak aan voor Josephine. Gedurende de rest van de Jaren van Bloed trok ze rond door Tissan, op zoek naar de man in het zwart en zijn metgezellen. Eén voor een vond ze de personen die haar leven hadden verwoest, en één voor één doodde ze hen. Ze deed erg haar best om de moordenaars maximaal te laten lijden, ook al smeekten ze om genade. Het bleek dat de groep sinds die nacht in Novavero was opgesplitst, dus moest Josephine door geheel de Graafschappen reizen om ze allemaal op te sporen. In deze jaren kwam Josephine direct in aanraking met de verschrikkingen die verricht werden in de Jaren van Bloed. Hongersnoden, bloedige veldslagen, gewelddadige pogroms, het verbranden van steden en het plunderen van onschuldige dorpen kwam ongelooflijk veel voor. Josephine was echter vastberaden om haar doel te bereiken, en de verschrikkelijke dingen die ze zag, hielpen haar ook zeer om een sterkere vrouw te worden. Ze bezocht onder andere haar geboortedorp, alleen om te ontdekken dat het dorp volledig uitgemoord en verlaten was. Josephine reisde ook af naar Baum om de hertog "een koekje van eigen deeg" te geven, een missie die op het nippertje mislukte. Verder deed Josephine er werkelijk alles aan om de moordenaars van haar vriendengroep op te sporen: ze kocht informatie, kwam in contact met vele onbetrouwbare figuren, perste onschuldige mensen af en doodde meer dan haar lief was.

Laatste confrontatie met Winters[]

Gedurende de Jaren van Bloed was het Josephine's voornaamste doel om de leider van de huurmoordenaarsbende op te sporen. Ze had al een vermoeden dat het de man in het zwart was; dit vermoeden werd bevestigd toen ze meerdere van zijn dienaars ondervroeg. Josephine kwam erachter dat zijn naam Parceval Winters was. Met deze informatie op zak achtervolgde ze de man in het zwart maandenlang door Tissan. Josephine was lang op zijn spoor, maar kon hem telkens nét niet vangen. Uiteindelijk wist ze haar nemesis te vangen in Stevander, in het jaar 507. Na de slag bij Musseline, waarbij beide militair beveldhebbers van de rivaliserende stadstaten Prestas en Stevander omkwamen in de strijd, was er sprake van een grote verwarring in beide steden. Winters was naar Stevander gevlucht met Josephine op zijn spoor, hoogstwaarschijnlijk met het plan om ergens bij een bekende onder te duiken en zich te verbergen van de zeer agressieve, doorgeslagen Josephine. Dit plan kon echter niet ten uitvoer gebracht worden: van het ene op het andere moment ontstond er een enorme brand in de stad, en al snel stond geheel Stevander in brand. Josephine, die ook in de stad was, probeerde te vluchtten door de brandende en zeer gevaarlijke straten. Hier kwam ze echter Winters tegen, die precies hetzelfde wilde doen. De twee keken elkaar enkele momenten aan. Slechts enkele meters scheidden hen toen nog. Na dit vreemde moment van stilte barstte het gevecht los tussen de twee. Dit gevecht duurde erg lang en was zeer uitputtend voor beidde kanten. De tegenstanders waren zeer aan elkaar gewaagd, en vochten hun duel uit in de brandende vlammenzee van Stevander, terwijl om hen heen gebouwen instortten en mensen gillend weg vluchtten. Uiteindelijk wist Josephine de overhand te krijgen. Ze dwong de ontwapende Winters naar de rand van een instabiel gebouw. Winters probeerde haar te overtuigen hem te laten gaan, maar Josephine wilde hier niets van weten. Met de woorden "Dit is voor Ernesto" schopte ze hem keihard in de buik. Winters struikelde naar achteren, viel van het gebouw af en kwam schreeuwend in de vlammenzee eronder terecht. Josephine keek hem nog even na, maar maakte vervolgens dat ze weg kwam. Niet veel later keek ze om en zag ze het gebouw instorten, precies op de plek waar Parceval Winters in de vlammenzee terecht was gekomen. Haar aartsrivaal was eindelijk dood, en haar queeste voor wraak was compleet.

Verdere leven[]

Na de dood van Parceval Winters en daarmee de voltooiing van haar doel voelde Josephine zich wat leeg vanbinnen. Het Concordaat van Bregge maakte een einde aan de Jaren van Bloed, en geheel Tissan liet een zeer bloedige periode achter zich waarin velen waren gestorven. Josephine besloot om niet in Tissan te blijven na alles wat ze daar had meegemaakt. Ze liet het gebied achter zich en reisde de volgende 15 jaar rond over de wereld. Ze kwam onder andere in enkele grote steden als Ermolan, Samara, Edeltarma en zelfs een tijdlang Zenith in het verre Nova Core, waar ze regelmatig voor problemen zorgde. Josephine kwam in een vreemde periode terecht waarin ze telkens zwoer dat ze niemand meer zou doden, aangezien ze haar duistere verleden van moord en geweld maar al te graag achter zich wilde laten. Haar doelstellingen om vreedzaam door het leven te gaan, mislukten echter keer op keer, en Josephine kwam steeds terecht in slechte omgevingen, hoe zeer ze dat ook niet wilde. In het begin hield ze nog sterk vast aan het idee dat ze een onbetekenend leven zou kunnen leiden, weg van geweld en bloedvergieten. Uiteindelijk realiseerde ze zich echter dat deze droom nooit uit zou kunnen komen. De Jaren van Bloed hadden van haar een hard persoon gemaakt die geschikt was voor niets dan het criminele circuit.

Tijd in Trallic[]

Met dit nieuwe besef in haar achterhoofd trok Josephine naar Trallic. Ze had gehoord dat daar een opkomend misdaadsyndicaat genaamd het Broederschap van de Draak aanwezig was, geleid door Laureano Corma. Toen Josephine in 522 aankwam in Trallic, zocht ze het Broederschap onmiddellijk op. Ze werd geïntroduceerd door de roodharige Sombra Slava, tegen wie ze nog altijd opkijkt. Josephine werd toegelaten tot het Broederschap na aan de leiders van het misdaadsyndicaat haar vaardigheden te hebben bewezen bij een gevaarlijke missie. Na het Bloedbad van IJzervuur, waarbij in 523 meerdere Klifdansers omkwamen (onder wie Giovanni Ponter), probeerden Corma en Andreas Morne de orde der Klifdansers nieuw leven in te blazen door enkele nieuwe leden te werven. Eén van deze nieuwe leden was Josephine, die volgens Andreas uitermate geschikt was voor de prestigieuze baan. Sindsdien zet Josephine zich vol passie in voor de activiteiten van het misdaadsyndicaat. Haar duistere verleden heeft ze inmiddels omarmd, en van haar gewelddadige eigenschappen en vaardigheden maakt ze dankbaar gebruik in de strijd. Josephine doet vaak mee aan allerlei gevaarlijke missies die een combinatie van strijdvaardigheid, tactisch inzicht, intelligentie, snelheid en nog veel meer andere factoren vergen. Aangezien Josephine deze factoren zeer goed combineert, wordt ze wel gezien als een van de beste nog levende Klifdansers. Ezren Zad is zeer op haar gesteld; sommigen vermoeden zelfs dat hij wellicht een oogje op haar heeft.

Uiterlijk en persoonlijkheid[]

Josephine is een erg aantrekkelijke vrouw. Ze heeft een enigszins bleke huid, lange gitzwarte haren en indringende ijsblauwe ogen. Josephine geeft de voorkeur aan bedekkende, donkere kleding die goed aansluit bij haar actieve, gevaarlijke werk als Klifdanser. Ze is 47 jaar oud, maar ziet eruit alsof ze laat in de 20 is, waardoor ze ook zeer begeerd wordt door allerlei mannen. Qua persoonlijkheid wordt Josephine vaak omschreven als een erg vriendelijk persoon, die desalniettemin een wat vreemdsoortige indruk kan maken. Ze is erg behulpzaam en altijd bereid om anderen uit de brand te helpen. Josephine praat weinig, maar luistert zeer goed, wat ook de reden is waarom Corma haar vaak inzet om intelligentie en informatie te verzamelen. Ze kan, in tegenstelling tot sommige andere Klifdansers, goed geheimen bewaren, vertelt nooit kwetsbare informatie door, en houdt altijd rekening met anderen. Josephine kan echter ook wat afwezig zijn wanneer ze denkt aan tijden lang vervlogen, en gaat altijd helemaal op in haar werk en taken. Ze heeft een duister verleden vol moord, marteling en bloedvergieten, maar ze heeft dit verleden omarmd en wordt er niet meer door achtervolgd zoals eerst. Aan haar queeste in de Jaren van Bloed heeft Josephine veel vaardigheden overgehouden. Ze kan veel verschillende rollen vervullen, van krijger tot sluipmoordenaar en van informatieverzamelaar tot verleidster. Vanwege dit brede aanbod aan vaardigheden is Josephine bijzonder waardevol voor het Broederschap, en gaat ze zeer vaak mee op missies. Hier voert ze haar bevelen op stille maar zeer effectieve wijze uit.

Advertisement