Avonturen van Cay wiki
Advertisement

Heer Storma was een militaire bevelhebber uit de stad Dimaeren, een nederzetting van de Níndar in de Aren Duir. Hij was een hooggeplaatste commandant van de wacht, en zorgde ervoor dat Dimaeren en de omliggende gebieden vrij bleven van monsters en wilde creaturen als de Undorai en de Golugrai. Hierdoor moest hij vaak op gevaarlijke missies. Storma had een relatie met Elicer dil Marahain, de broer van koning Eledar aen Valandir. Hun liefde was naar eigen zeggen onbreekbaar. Tegen het einde van zijn leven was Storma drager van het legendarische zwaard Ardorim. Storma had een jeugdig uiterlijk, had lange zwarte haren en droeg meerdere littekens.

Geschiedenis[]

Op een gegeven moment werd Dimaeren aangevallen door een onwaarschijnlijk bondgenootschap van de Undorai van Bor Undor en de monsterlijke Golugrai. De aanval kwam volledig onverwacht, en er was dan ook weinig tijd om voor te bereiden. Elicer en zijn geliefde Storma vochten dapper in de belegering, die zich weken en vervolgens maanden uitstrekte en zeer bloedig was. Ergens in de oorlog gebeurde er iets waardoor Elicer zijn geheugen bijna compleet verloor. Hij kon zich nog maar een paar dingen herinneren, zoals zijn liefde voor Storma en zijn broer Eledar. Elicer voelde zich een middel in de oorlog, een wapen enkel gecreëerd om de stad te beschermen tegen de vijand. Hij vocht dapper, dit keer met magie aan zijn zijde; maar het was niet genoeg. Elicer, Storma en de weinige overlevenden werden gedwongen zich terug te trokken naar de citadel van de stad. Elicer besloot op zoek te gaan naar Eledar, die zich opgesloten had in een grot onder de citadel. Toen Elicer en Storma daar aankwamen, bleek het dat Eledar tientallen onschuldigen had vermoord en zichzelf vervolgens van het leven had beroofd. De koning was gek geworden, en had een laatste boodschap achtergelaten. Hierin stond dat in de zwaarden die voor hen lagen- Arendim en Ardorim- de beschaving van Dimaeren zat verscholen. Als de zwaarden de val van de stad overleefden, zouden haar bewoners ook overleven totdat hun zielen werden ontketend door de "Tavoral". Storma begreep niet waarom Eledar zoiets zou doen, maar Elicer wist op mysterieuze wijze precies wat de intenties van zijn broer waren geweest. De twee besloten toen wat er zou gebeuren met de zwaarden. Elicer zelf hield Arendim met zich terwijl hij de aanvallende Undorai en Golugrai bevocht, zodat Storma kon ontsnappen. Toen de grot instortte, werd Arendim samen met Elicer bedolven onder het puin. Het wordt aangenomen dat Elicer daar stierf; na zijn geheugenverlies had hij echter geleerd vrede te maken met alles dat het lot zijn richting op wierp, en hij had exact geweten wat hij moest doen om tot verlossing te komen. Heer Storma, die aan de instorting van de grot was ontkomen, was de enige bekende overlevende van de Val van Dimaeren. Hij trok vermoedelijk over de bergen heen, en kwam uit in het Wilde Noorden. Het is onbekend wat er hier met hem gebeurde; het wordt aangenomen dat hij op een gegeven moment stierf.

Advertisement